Eclipswaarnemingen 1954-2015 Zon: 30 juni 1954, Ulrum Zon: 15 februari 1961, Den Haag Zon: 20 mei 1966, Den Haag Maan: 13 april 1968, Den Haag Maan: 9 januari 1982, Maassluis Zon: 20 juli 1982, Maassluis Zon: 11 augustus 1999, Sahrbrücken Zon: 31 mei 2003, Volendam Zon: 3 oktober 2005, Barcelona Zon: 29 maart 2006, Waw en Namus, Libië Saturnus: 22 mei 2007, Sardinië Maan: 3 maart 2007, Zoetermeer Zon: 20 maart 2015, Coevorden, Dalen, Achterste Erp, Emmen Maan: 28 september 2015, Nijkerk, Utrecht, Lexmond Woensdag 30 juni 1954  De eerste zonsverduistering die ik zag vond plaats op 30 juni 1954. Deze eclips, nr. 41 uit Saros-reeks 126, trok van Canada via de zuidpunten van Groenland en IJsland over de Atlantische oceaan naar het zuiden van Noorwegen en Zweden en vandaar via de Baltische staten (destijds Sovjetrepublieken) naar de Kaspische Zee. Een Nederlandse expeditie naar Zuid-Zweden mislukte door bewolking. Ik zat in de eerste klas van de Hendrik de Cockschool in Ulrum. Ik herinner me dat we op een ongebruikelijk tijdstip het speelplein op mochten, en dat sommigen met een beroet glaasje, en anderen met een zwart negatief, naar de zon keken. Aanvankelijk was het bewolkt, maar op gegeven ogenblik kwam de zon  tevoorschijn, zeer omvloerst, maar zichtbaar als een sikkeltje. Ik dacht 'de maan', nog niet wetend, dat het de verduisterde zon was. De volgende eclips uit deze Saros-reeks die in Europa zichtbaar was vond 3 x 18 jaar later plaats op 1 augustus 2008. Het pad lag toen een stuk noordelijker en liep over Noord-Groenland en Nova Zembla. Een Nederlandse expedititie in Noord- Rusland werd door de Russische luchtmacht gastvrij onthaald en met een militair toestel boven de wolken gebracht.  Woensdag 15 februari 1961  Op 15 februari 1961 ging het pad van eclips nr. 58 uit Saros-reeks 120 over Zuid-Frankrijk. In Nederland was de verduistering 90%). ’s Ochtends om een uur of half tien heb ik vanuit mijn schoollokaal op de Hubertus de Wildeschool in Den Haag de tot een sikkel gereduceerde zon vluchtig waargenomen. 54 jaar later , op 20 maart 2015 nam ik op weg van Coevorden naar Emmen nr. 61 uit deze reeks waar. Het pad van de eclips lag in 2015 noordelijker. De Far Oer en Spitsbergen waren de enige Europese stukjes land waar hij waarneembaar was. Alleen op Spitsbergen was het onbewolkt, bij -17 graden. Ik was daar niet bij. Vrijdag 20 mei 1966  Op 20 mei 1966 vond de ringvormige eclips nr. 33 uit Saros-reeks 137 plaats. Het eclipspad liep over Senegal, Mali en Libië naar Griekenland en Turkije en verder Azië in. In Nederland was de verduistering ongeveer 50%. Ik nam de eclips waar in Den Haag en maakte er de volgende schetsen van. Zaterdag 13 april 1968  De eerste eclips waarvan ik foto’s heb kunnen maken was de maansverduistering van 13 april 1968. Ik woonde toen in Den Haag. Uit mijn dagboek: ‘Volgens een astronomisch boekwerk, dat ik heb geraadpleegd in de TH-bibliotheek, zou er om 3.10 uur een totale maans-verduistering beginnen. Ik kwam om 2.30 uur uit bed, en zat bij de Segbroekvijver op een bankje paraat met fototoestel en statief, met als doel om een fotoserie van de maan te maken. Om 3.10 uur gebeurde er niets, om 3.20 uur was er ook nog niets gebeurd, en toen ging ik mij realiseren, dat ik in dat boekwerk de tijd in GMT had gelezen, zodat ik nog een uur moest wachten. Om 4.10 uur begon er inderdaad iets. Ik was inmiddels flink verkleumd, maar wachtte nu toch totdat de fase van totaliteit was ingetreden (5.23 uur). Ik had om 3 uur de sluiter van het fototoestel open gezet, terwijl er een kapje voor de lens hing. Ik maakte ieder kwartier een foto (door het kapje voor de lens weg te halen, gedurende een halve seconde of zo; een primitieve methode, maar hij bleek te werken).Tegen 6 uur was ik weer thuis, zeer verkleumd, maar ik had mijn eerste maansverduistering gezien.’ De kleine afbeeldingen van de maan op deze foto zijn het originele resultaat van mijn nachtelijke expeditie van destijds. Het negatief heb ik in 2004 gedigitaliseerd.   De drie grotere afbeeldingen links onder zijn vergrotingen van het 2e t/m 4e maanbeeld links boven. Het beeld van het maanoppervlak is in grote lijnen herkenbaar. Voor een eenvoudige kleinbeeldcamera zonder telelens is dat niet slecht. De krater Copernicus is op de meest rechtse vergroting prominent zichtbaar. Zaterdag 9 januari 1982. De volgende eclipsen die ik waarnam vonden plaats in 1982. Op zaterdag 9 januari van dat jaar was er een totale maansverduistering. Het was een heldere winternacht; de temperatuur zakte in Maassluis rond 22.00 uur naar -10 om de volgende ochtend uit te komen op -13,5. Om 20.30 was de maan geheel verduisterd bij -9 graden Celcius. Dom genoeg heb ik er geen enkele foto van gemaakt. Mijn broer Tjitte in Harderwijk was beter voorbereid. Bijgaande fotoserie is door hem samengesteld. Het jaar 1982 telde 4 zonsverduisteringen, allemaal gedeeltelijk, 25 januari, 21 juni, 20 juli en 15 december. De eclips van 25 januari vond plaats twee weken na de maansverduistering van 9 januari, in dezelfde omloop van de maan. Deze was slechts in Antarctica en Nieuw Zeeland zichtbaar. De eclips van 21 juni was ook alleen in die buurt te zien. Dinsdag 20 juli 1982. De eclips van 20 juli 1982 was te zien in West- en Noord-Europa, Groenland, Noord-Canada en Noort-Siberië. In Maassluis viel het maximum van de eclips om 21.33 uur. Ik maakte er de hiernaast staande foto van. Er was wat sluierbewolking, waar de zon met voldoende kracht doorheen scheen. Een eclipsbril of filter was niet nodig. De verduistering eindigde ongeveer tegelijk met zonsondergang, maar zo lang bleef de laagstaande zon bij mij niet zichtbaar. Zonsverduisteringen die een maand na elkaar vallen zijn altijd gedeeltelijk. Bij de eerste eclips staat de maan dan net iets te vroeg bij de zon, en bij de tweede net iets te laat. Zulke gedeeltelijke eclipsen vinden plaats aan het eind of het begin van een Saros-reeks. Op 21 juni ging het om nummer 67 van 71 van reeks 117, op 20 juli om nummer 4 van 71 van reeks 155. In het midden van een Saros-reeks die ruim 1200 jaar duurt heeft de totale verduistering zijn maximale duur, aan het begin en einde van de reeks is de verduistering nergens totaal. Terwijl een Saros-reeks afloopt, begint met een half jaar verschil aan de andere kant van de aarde een nieuwe reeks. Ze overlappen elkaar, waardoor er binnen een maand twee eclipsen kunnen plaatsvinden. Op 15 december 1982 vond er weer een gedeeltelijke eclips plaats, die in Nederland te zien had kunnen zijn. De zon kwam gedeeltelijk verduisterd op. De verduistering was maximaal om 10.30 uur. De Bilt registreerde op die dag een bewolkingsgraad van 8 op een schaal van 1-9. Ik heb niets van de eclips gezien. Woensdag 11 augustus 1999  De eclips van 11 augustus 1999 trok dwars over het Europese continent, van Landsend via Normandië, Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Hongarije naar Turkije, Iran en Afghanistan om ergens in India te eindigen. Deze eclips heeft vanaf mijn eerste waarneming in 1954 in mijn agenda’s gestaan, bij wijze van spreken, want als 7-jarige had ik toen nog geen agenda. Ik moet ongeveer 9 jaar zijn geweest, toen ik een een encyclopedie voor de jeugd las dat er in 1999 in Nederland een totale zonsverduistering zou plaatsvinden. Daarmee had ik een doel om naar toe te leven! Later is mij gebleken, dat het totaliteitspad Nederland zou missen en dat ik op reis moest naar Frankrijk of Zuid-Duitsland. Er is in het mobiliteitsgedrag van de gemiddelde Europeaan veel veranderd in de 45 jaar sinds mijn eerste eclips van 1954! Ik vreesde voor enorme files op de toegangswegen tot de totaliteitszone en daarom zetten Lineke en ik enkele dagen eerder onze tent op nabij Pforzheim, precies op de centrale lijn van de eclips. Op 11 augustus was het zwaar bewolkt en het regende. Op de radio hoorde ik, dat het bij de Franse grens minder bewolkt was. Metz leek vanuit Pforzheim de best bereikbare plek om de verduistering te zien. In een wanhoopspoging om te redden wat er te redden was stapten we in de auto en reden die kant op. We kwamen niet tot Metz, maar stopten een paar kilometer voor de Franse grens bij een parkeerplaats. We konden nog net een plekje vinden voor de auto en installeerden ons op een grasveld met fotostatief en stoelen. De eerste 20 minuten vingen we af en toe een glimp op van de gedeeltelijk verduisterde zon, maar naarmate het moment van de totaliteit naderde werden de wolken dikker. De totale duisternis viel om half een en duurde ongeveer 2 minuten. Met een casetterecorder in de hand sprak ik een ooggetuigeverslag van de eclips in. Tijdens de totaliteit ging het ineens met heel dikke druppels regenen. De terugtocht naar de camping duurde 6 uur over een afstand van 150 km. Zaterdag 31 mei 2003  Op 31 mei 2003 vond een eclips plaats, nr. 22 uit Saros- reeks 147, die in grote delen van Europa en Azië te zien was. De verduistering was ringvormig in Schotland, IJsland en Groenland. Overal elders was het een gedeeltelijke eclips. In Nederland moest de zon om ongeveer 5.26 uur voor 90% verduisterd opkomen. Het effect zou zijn, dat twee punten van de smalle sikkel het eerst boven de horizon zouden verschijnen, en de rest van de zon pas later. Ik stond om 4 uur op en reed van Zoetermeer naar een plek waar ik de meeste kans verwachtte om de zon te zien opkomen, de IJsselmeerdijk bij Volendam. Maar de bewolking werkte niet mee. Op het moment van de  zonsopkomst waren er aan de horizon nog teveel wolkenflarden. Pas om 5.41 uur zag ik een eerste glimp van de zon. De volledige sikkel zag ik om 5.46, maar toen was de maan al weer op de terugtocht en werd de sikkel dikker. Om 6 uur brak de zon volledig door de wolken en was de eclipsbril nodig. Maandag 3 oktober 2005   Op 3 oktober 2005 was er weer een ringvormige eclips, nr 43 uit Saros-reeks 134, waarvan het centrale pad dwars over het Spaanse schiereiland liep, en vandaar via Libië, Ethiopië naar de Indische oceaan. Wij waren op die dag in Barcelona, waar we een prachtige gedeeltelijke verduistering waarnamen. Het weer was ideaal. De eclipsbrillen waren van begin (9.52 uur) tot einde (12.16) absoluut nodig. Tijdens het maximum van 85% (11.04 uur) was het merkbaar kouder. Libië, 29 maart 2006. Nummer 29 uit Saros-reeks 139 is de eerste volledige zonsverduistering die ik heb gezien. Het pad van de eclips begon in de Atlantische Oceaan nabij Zuid-Amerika, en ging in Afrika via o.a. Nigeria en Niger naar Libië, nam bij de Middelandse Zee een klein stukje van Egypte mee, om vervolgens via Turkije Rusland en Kazachstan in te gaan. West-Europa zou genoegen moeten nemen met een bescheiden eclips van 20-30%. Ik maakte deel uit van een kleine groep van 18 Nederlanders en 1 Belg die onder leiding van de Groningse wetenschapper Theo Jurriëns een dag eerder was aangekomen op de krater Waw en Namus in het zuiden van Libië. Deze plaats was gekozen vanwege de geringe klimatologische kans op bewolking (minder dan 10%) en de exotische omgeving: een enorme vulkaankrater bedekt met zwart zand.  Het was een lange reis om zover te komen. Vanaf Tripoli ging het gezelschap eerst een hele dag in twee busjes totdat na 800 km het asfalt ophield. Daarna duurde het nogmaals een volle dag in vierwielaangedreven voertuigen door zand, stof en rotsen tot op 28 maart ’s avonds een uur voor zonsondergang de krater werd bereikt. Op de dag van de eclips waren de weersomstandigheden perfect: volledig onbewolkt bij een temperatuur van 23 graden. Er stond een harde zuidenwind. De locatie was 24° 54’ 10,1” noorderbreedte, 17° 46’ 11,4” oosterlengte, ongeveer 50 km ten westen van de centrale lijn van de eclips, maar ruim binnen de totaliteitszone, zodat we konden rekenen op 85 à 90% van de maximale duur van 4 minuten.  In de luwte van de auto’s werden camera’s en telescopen opgesteld. Enkele leden van het gezelschap maakten een wandeling naar het meertje in de krater. Om 10.56 maakte de maan het eerste contact met de zon. Om 12.10 zagen we Venus. Om 12.12 maakte ik de laatste foto van de omgeving (zie hiernaast). De tot één procent van zijn kracht gereduceerde zon maakte nog steeds duidelijke schaduwen, scherper dan van de volle zon, goed afgetekend op het zwarte zand. Ongeveer zo sterk moet het zonlicht op de planeet Saturnus zijn, want die staat bijna 10 maal zo ver van de zon af als de aarde, zodat het zonlicht daar 100 maal zo zwak is. Om 12 uur 14 minuten en 18 seconden was de zon totaal verduisterd. Ik probeerde de aanstormende slagschaduw waar te nemen, maar miste dat verschijnsel. Het was alsof het zonlicht gewoon langzaam werd uitgezet. De corona lichtte op als een heldere krans rond de donkere maan die voor de zon stond. De corona was aan de bovenkant breder dan aan de onderkant. De grootste uitbreidingen had de corona links en rechtsboven. De duisternis was niet totaal. Ik was in staat een video te maken van de omgeving, waarop ook de lichtende horizon goed was te zien. Sterren waren niet te zien. Wel lichtte Venus heel sterk op, net zo sterk als we hem deze dagen in het laatste uur voor zonsopkomst vanuit onze tenten hadden waargenomen. De verduistering duurde 3 minuten en 31 seconden. Twintig seconden voor het einde van de totaliteit constateerde ik, dat de rand van de zon aan de rechterkant weer feller begon te worden. Met enorme kracht brak de zon weer te voorschijn. In de laatste drie hier getoonde opnamen (van expeditieleider Theo Jurriëns) is te zien, dat op enkele plekken de zon door instulpingen in de rand van de maan schijnt: het zogenaamde parelsnoer. Terwijl het gezelschap lunchte en zich opmaakte voor de terugreis naar de bewoonde wereld liep de eclips in 80 minuten af. Om 13.35 uur maakte ik nog een opname van bijna het laatste contact van de maan met de zon. Omdat de verduistering werd waargenomen in een dode omgeving, zonder dieren of planten kon geen effect van de verduistering op de levende natuur worden waargenomen. De kippen gingen niet op stok en de bloemen vouwden zich niet dicht. Een van de expeditieleden registreerde een temperatuurdaling van 23,9° om 11.45 uur naar 20,7° om 12.19 uur. Dit is een gematigd temperatuurverloop, getemperd door de harde wind. Hieronder volgt een compositie van foto’s van de eclips van begin tot eind. De verduistering liep van rechts naar links. Zaterdag/zondag 3/4 maart 2007  In de nacht van 3 op 4 maart 2007 vond een maansverduistering plaats die in Zoetermeer uitstekend zichtbaar was. Onderstaande fotomontage laat de verduistering zien van 22.31 uur tot bijna het einde van de totaliteit om 0.47 uur. Alle opnamen zijn met de telelens van mijn digitale Canon Powershot-3 camera genomen. De sluitertijd bij de nog niet volledig verduisterde maan liep van 1/1600 sec bij f 8.0 naar 1/640 sec bij f 3.1. Bij de verduisterde maan zijn sluitertijden tot 10 seconden gebruikt. De beelden zijn digitaal bewerkt om onscherpte door trillingen zo ver mogelijk te reduceren. Hoewel de eclips dus goed te volgen was, laten onderstaande foto’s (van 0.46 en 0.48 uur) zien, dat het verre van onbewolkt was. Ook de overmaat aan vals licht door de stedelijke omgeving komt op deze foto’s goed tot uiting. Dat het desondanks in mijn analen kan worden bijgezet als een geslaagde eclipswaarneming is mede te danken aan de digitale fotografie. Het contrast met mijn opnamen uit 1968 is groot. Dinsdag 22 mei 2007 Saturnus bedekking Bij toeval nam ik op 22 mei 2007 om 21.44 uur ‘s avonds op Sardinië een Saturnusbedekking door de maan waar. In Nederland was niet veel ruchtbaarheid gegeven aan deze Saturnusbedekking, omdat het verschijnsel in Nederland niet zichtbaar zou zijn, omdat het nog te licht was. Op Sardinië is het in mei eerder donker dan in Nederland, en daardoor viel het mij op, dat ‘een ster’ steeds dichter bij de maan kwam te staan en uiteindelijk bedekt werd. Pas later, bij terugkeer in Nederland realiseerde ik mij, dat het hier om een Saturnusbedekking ging. Systematische foto’s van het verschijnsel heb ik niet gemaakt. Eén foto is de moeite van het tonen waard (links): de maan die Saturnus aan de hemel zeer dicht is genaderd. In Zenit van september 2007 werden een aantal fraaie foto’s getoond van Saturnus die weer achter de maan te voorschijn kwam. Toen was het ook in Nederland donker genoeg om Saturnus waar te nemen. Ik neem hier één foto over, van Edwin Sarink uit Almelo. Vrijdag 20 maart 2015.  Nr. 61 uit Saros-reeks 120 kwam weer langs West-Europa, net als zijn voorganger nr. 58 in 1961 had gedaan. Het pad van de totaliteit liep noordelijker dan in 1961 (hetgeen gebruikelijk is in een Saros-reeks). De hoofdprijs ging deze keer niet naar Zuid-Frankrijk, maar naar de Far Oer-eilanden en Spitsbergen. Voor het overige verkoos de eclips deze keer een pad boven zee. En diverse luchtvaartmaatschappijen boden vluchten aan waarbij men het fenomeen boven de wolken kon waarnemen voor 500 tot 1000 euro per plaats. Nederland mocht rekenen op een verduistering van 85%, als het weer zou meewerken. Daaromtrent waren de  verwachtingen eerder in de week tamelijk somber. Maar donderdagavond voorspelde Willemijn Houbert een heldere nacht en ochtend. Pas later in de middag zou de bewolking een groot deel van Nederland bedekken. Helaas had ze het een beetje mis. Het ging precies andersom. Ik maakte een fietstocht van Ommen naar Emmen, om de hele zonsverduistering te kunnen zien. Tussen Coevorden en Emmen schemerde de zon precies 5 keer een halve minuut door de bewolking heen. Ik had telkens maar weinig tijd om de camera in te stellen en in te zoomen. Op het moment van de grootste verduistering (10.37 uur) zag ik niets. Bij mijn dochter Afke in Den Haag was het precies andersom: zij nam de maximale verduistering waar, maar ze heeft verder weinig kunnen zien. Hieronder staat een strip met opnamen van 5 stadia van de verduistering, te lezen van rechts naar links.
Foto: Tjitte Dijkstra, Harderwijk
Maandag 28 september 2015. De verduistering van de ‘supermaan’ in de vroege maandagochtend 28 september leek een paar dagen eerder  nog een groot succes te zullen worden. De weersverwachting vermeldde drie dagen met onbewolkt weer onder invloed van een hogedrukgebied. Maar zondag kwam er een kink in de kabel. Wolkenvelden kwamen vanaf het oosten van de Noordzee overdrijven. In het journaal van 20.00 uur noemde weerman Gerrit Hiemstra de kans op het waarnemen van de duistering heel klein. Zijn advies was: zet de wekker op kwart voor vijf en kijk uit het raam. Als het bewolkt is, heb je pech en kun je rustig verder slapen. Dat was het slechtste advies dat hij had kunnen geven, want voor grote delen van het land, waar meer dan de helft van de bevolking woont, waren de vooruitzichten nog redelijk gunstig. De bewolking kwam vanuit het noordoosten opzetten. Het zuiden en zuidwesten van Nederland zouden helder blijven. Ik zette de wekker op kwart voor twee. Om twee uur vertrok ik per auto uit Ommen in zuidwestelijke richting. In Ommen was het licht bewolkt. De volle maan scheen wel door de wolken heen, maar daar kon ik niet op vertrouwen. Ongeveer ter hoogte van Harderwijk was het om kwart voor drie helemaal helder. Ik stopte bij een parkeerplaats bij Nijkerk om de eerste foto te maken. Een half uur later maakte ik bij een tankstation bij Utrecht een volgende foto. Om kwart over drie besloot ik bij Lexmond van de snelweg af te gaan. Op een donkere parallelweg stelde ik mijn statief op en wachtte de verdere ontwikkeling van de verduistering af. Om 3.54 uur maakte ik nog een foto van de bijna verduisterde maan met een sluitertijd van 1/2000 sec. Om 4.06 uur was de maan volledig verduisterd en moest ik overgaan op een sluitertijd van 0.4 sec. Het werd erg lastig om met de volledig ingezoomde lens (65x) van mijn Canon PowerShot SX60 HS de maan in beeld te krijgen omdat hij in de zoeker vrijwel onzichtbaar was. Toch lukte het om in de daaropvolgende 22 minuten nog meerdere foto’s te maken. Om 4.27 uur maakte ik met een sluitertijd van 4 sec een opname en een minuut later met een sluitertijd van 8 sec. Bij die lange sluitertijden en de sterke zoom is het uiteraard nodig, dat de camera absoluut trillingsvrij staat opgesteld. Mijn statief was daarvoor niet stevig genoeg, waardoor de opname van 4.28 onscherp is geworden. Om half vijf besloot ik naar huis te gaan en onderweg nog wat opnames te maken van de afloop van de verduistering. Van dat voornemen kwam niets meer terecht, omdat bij mijn eerste stopplaats langs de snelweg de hemel zwaarbewolkt was.